Het nieuwe schooljaar is alweer een aantal weken bezig. Op de school waar ik werk wordt echter ieder jaar duidelijk, dat de zomervakantie niet voor ieder kind rust en ontspanning biedt. Een meisje uit de onderbouw heeft het erg moeilijk. Zij en haar broer vertonen al jaren gedragsproblemen, zij zit op het speciaal basisonderwijs, haar broer op het speciaal onderwijs. De moeder is onmachtig om voor de twee te zorgen, uit alle hoeken is hulp toegeschoten, maar het gedrag van de kinderen verbetert niet. Vorig schooljaar bleek moeder ernstig ziek te zijn. Om het nog ingewikkelder te maken, raakte ze opnieuw in verwachting. Vanwege de ziekte moest het kindje eerder gehaald worden, gelukkig maakt hij het goed. Broer en zus kunnen al deze gebeurtenissen niet goed verwerken, waardoor het gedrag verslechtert. Het meisje krijgt op school elke dag individuele begeleiding, zodat school een positieve ervaring voor haar blijft. Maar vooralsnog zit ze meer buiten de klas, dan in de klas. Van leren komt al tijden niets meer.
Hoe ga je om met dit soort schrijnende situaties? Wanneer grijp je in? Wij als school trekken voortdurend aan de bel. Er is een gezinsvoogd en hulpverleningsinstanties zijn betrokken. Je zou denken dat, met zoveel expertise die zich ermee bemoeit, dit gezin de benodigde hulp zou kunnen krijgen. Toch voelt dat niet zo, en neemt het gevoel van machteloosheid toe. Ik discussier met mijn collega’s over de oorzaak. Passend onderwijs? Te veel hulpverleninginstanties betrokken? Niemand die de regie neemt? Of durft te nemen? Te lange wachtlijsten? Bureaucratie? Instellingen die taken oppakken, waarvoor ze niet de juiste kennis in huis hebben? Ik weet het antwoord niet, waarschijnlijk is het een combinatie van al deze factoren. Hoe dan ook kan ik het niet achter me laten als ik de school uitloop, en hoop ik dat het nog lang geen herfstvakantie is.