Beter bij de les! Of toch niet..?

Afgelopen maanden voerde ik gelijktijdig bij twee leerlingen de training ‘Beter bij de Les’ uit. Deze training is met name gericht op het verbeteren van de executieve functies, waaronder bijvoorbeeld het werkgeheugen valt.

Beide leerlingen werden aangemeld vanwege gedragsproblemen in de klas: matige werkhouding, korte spanningsboog, veel roepen door de klas, niet goed luisteren en als gevolg hiervan onvoldoende schoolresultaten. Ook werd  bij beide kinderen niet uitgegaan van een beneden gemiddeld intelligentieniveau; ze zouden mee moeten kunnen komen met de lesstof.

Na de benodigde diagnostiek te hebben uitgevoerd, kon de training beginnen. Al gauw viel een verschil op: leerling A was zeer gemotiveerd, enthousiast en welwillend. Hij bleef dit ook gedurende de duur van de training (25 sessies, verdeeld over 6 weken). Leerling B was de eerste sessies ook enthousiast en blij met de individuele aandacht. Maar al gauw sloeg dit om en werd het gedrag meer tegendraads; de onwil nam toe en grenzen werden opgezocht. Voor een goed effect van de training, is het belangrijk dat een aantal opdrachten elke sessie worden uitgevoerd. Voor leerling B werd het steeds moeilijker en uiteindelijk zelfs onhaalbaar, om deze opdrachten uit te voeren.

Ondanks al mijn kennis en vaardigheden op het gebied van leer-en gedragsmoeilijkheden, lukte het me niet om leerling B weer op de rit te krijgen. De sessies werden steeds meer een moment om de leerkracht even te ontlasten (het gedrag in de klas werd ook steeds moeilijker hanteerbaar), dan dat we nog bezig waren met het doel van de training.

Weken na de afronding van de training met beide leerlingen, hoor ik over leerling A positieve geluiden: betere leerresultaten, motivatie voor het schoolwerk is terug, de werkhouding is positiever. De bewegingsonrust is wel nog sterk aanwezig, onderzoek naar ADHD wordt aangevraagd. Leerling B redt het helaas niet; een toelaatbaarheidsverklaring voor het Speciaal Basis Onderwijs gaat de deur uit.. Hierbij stelt het mij gerust om te weten dat school de training heeft ingezet bij deze leerling als ‘laatste mogelijkheid’, waardoor ik de potentiële effectiviteit van de training niet in twijfel trek. De diagnostiek voorafgaand aan de training is echter wél een leerpunt: deze zal ik voortaan grondiger (dan de richtlijn aangeeft) uitvoeren.